De Friese ontwikkelingsmaatschappij (FOM) is een „polityk feit”. Dat concludeerde Statenlid Roel de Jong bij aanvang van het debat over het jongere broertje van de NOM. De PvdA ging om die reden niet met gedeputeerde Sander de Rouwe (CDA) in discussie over het nut en de noodzaak van de FOM. De Jong richtte zijn pijlen specifiek op het aanscherpen van de randvoorwaarden waaronder de FOM Friese ondernemers en startups gaat ondersteunen. “Wy binne foarhâns net ree om de folsleine € 32 miljoen frij te jaan.”
Betere begeleiding
“Wy binne fan miening dat troch de oerheid ynstelde ekonomyske stipe yn it foarste plak rjochte wêze moat op fuortsterking fan de wurkgelegenheid. Net op it fergrutsjen fan bedriuwswinsten.” De Jong benadrukte daarbij dat er speciaal aandacht moet zijn voor lager opgeleiden en praktijkwerk. Ook pleitte de PvdA voor de noodzaak voor meer en betere begeleiding van ondernemers bij het opstellen bedrijfsplannen en financieringsaanvragen. “It blykt dat in fiersten te grut part fan de oanfragen ôfwiisd wurdt”, verklaarde De Jong. Als laatste randvoorwaarde riep de PvdA op om financiers en adviescommissies samen te laten werken om zo stapelfinanciering mogelijk te maken.
Van gedeputeerde De Rouwe kreeg De Jong de toezegging dat de provincie er alles aan gaat doen om werkgelegenheid te stimuleren, ondernemers te coachen en financiers samen te laten werken.