21 november 2013

PvdA wil duidelijkheid afschaffen rode diesel treinen

De PvdA Statenfractie wil duidelijkheid hebben over het gebruik van rode diesel door de treinen in de provincie Fryslân. Daarom heeft de fractie schriftelijke vragen ingediend bij het college van GS om inzicht te krijgen eventuele elektrificatie van regionale diesellijnen. Een omschakeling naar een veel schoner elektrisch netwerk voor het spoorvervoer zou wat de PvdA betreft een goede beslissing zijn, maar de gevolgen voor de provincie Fryslân zijn op dit moment nog onduidelijk. De PvdA in Fryslân wil daarom een notitie hebben om verder over het onderwerp te kunnen praten. 

In 2012 is als onderdeel van het zogenaamde Kunduz-akkoord besloten tot het afschaffen van de rode diesel. Nu in 2013 deze maatregel wordt ingevoerd ondervindt o.a. het regionale dieseltreinverkeer de gevolgen van de daaruit voortvloeiende accijnsverhoging. Recent zijn door de staatssecretaris in de media uitlatingen en suggesties gedaan over oplossingen die ertoe kunnen bijdragen de kostenverhoging te compenseren. Elektrificatie van de regionale diesellijnen is daar een van. De andere suggestie betrof het verlagen van de onderhoudsvergoeding aan Prorail omdat diesellijnen minder onderhoud vergen dan verbindingen met een elektrische bovenleiding. Staatssecretaris Mansveld is al over eventuele elektrificatie van regionale diesellijnen in gesprek. De PvdA wil weten of de provincie Fryslân daar ook bij aangeschoven is.

Schriftelijke vragen
De PvdA-fractie legt in dit verband de volgende vragen aan het college voor:

  1. Volgens een uitlating in de Leeuwarder Courant van 9 november 2013 is staatssecretaris Mansveld over eventuele elektrificatie van regionale diesellijnen al in gesprek met drie provincies, waaronder Groningen.
  2. a) is de provincie Fryslân aanwezig geweest bij dat gesprek? Zo ja, kan het college dan nadere mededelingen doen over het besprokene?
  3. b) is er een vervolgoverleg met de staatssecretaris gepland en komt daar naast de elektrificatie ook het verlagen van de onderhoudsvergoeding als oplossing voor de kortere termijn dan ook aan de orde? Zo nee, is het college inmiddels op de hoogte van hetgeen in dat overleg aan de orde is geweest?
  4. Hoe beoordeelt het college de voor- en nadelen (financieel, qua vervoerwaarde en de effecten op milieu en landschap) van elektrificatie van (een deel) van de Friese nevenlijnen.
  5. Is het college bereid daarover in eerste instantie een verkennende notitie aan Provinciale Staten te presenteren, eventueel later gevolgd door een uitgewerkte businesscase voor bijvoorbeeld de lijn Leeuwarden-Groningen?
  6. Wat zijn de actuele financiële gevolgen van de verhoging van de brandstofkosten?
  7. In de berichtgeving is sprake van “een tariefstijging van 30 tot 40 procent voor een ritje in de boemel”, hetgeen vrijwel zeker op een misverstand moet berusten. Echter: kan het college inzicht geven in de vraag of, en zo ja in welke mate het afschaffen van rode diesel zal leiden tot hogere tarieven?