3 juli 2013

Uit Europa

Het Europees Parlement dringt aan op de spoedige invoering van een belasting op financiële transacties, de FTT. Niet alle lidstaten van de Europese Unie voelen ervoor om samen deze belasting op de financiële sector te heffen. Nederland twijfelt ook nog, omdat de regering wil voorkomen dat de FTT onze pensioenfondsen geld gaat kosten. Maar deze angst mag er niet toe leiden dat we de aanpak van de financiële sector op een lager pitje zetten.

Sinds het begin van de crisis is het duidelijk dat hervorming van de financiële sector een absolute noodzaak is. Vooral het risicovolle gedrag van investeerders heeft zwaar bijgedragen aan de crisis waar we nu mee te maken hebben. Niets stond hen in de weg, ze konden de meest absurde risico’s nemen. Sterker nog, dat werd aangemoedigd via bonussen en andere persoonlijke voordeeltjes. Hier moet verandering in komen. Na alle miljarden die in de reddingsoperaties van banken zijn gestoken is het de hoogste tijd dat de samenleving daar iets voor terugkrijgt. Een belasting op financiële transacties is het minimum wat we van de sector moeten vragen.

Afhankelijk van het type financiële transactie zal in het voorstel van de Europese Commissie een belasting worden geheven van tussen de 0.005% en 0.1%. Dat is heel klein bier, zeker wanneer je het vergelijkt met de 21% BTW die consumenten betalen over de goederen en diensten die zij dagelijks aanschaffen.

Ondanks het kleine percentage zullen de opbrengsten van de FTT groot zijn. De Europese Commissie verwacht dat het kan gaan om 31 miljard Euro per jaar. Toch is dat onzeker, want het belasten van de zeer risicovolle ‘flitstransacties’ leidt al snel tot een vermindering van het aantal transacties. Het loont niet langer om heel veel transacties per seconde uit te voeren, zoals door computergestuurde beleggingsmaatschappijen gebeurt – met flitskapitaal verwisselen aandelen in microsecondes van eigenaar. De FTT remt dat af en zal beleggers, waaronder ook pensioenfondsen, aanmoedigen om meer te investeren in de lange termijn. Kortom, door de invoering van de FTT zal de financiële sector stabieler worden.

Ondanks de voordelen staan niet alle landen achter de FTT. Sommige landen zijn bang dat de invoering van deze belasting investeerders kan wegjagen uit Europa. Deze kans is klein. In het Verenigd Koninkrijk bestaat al jaren een belasting op financiële transacties die met 0,5% vijf keer hoger is dan nu in de EU wordt voorgesteld. Frankrijk heeft er recent eentje ingevoerd. In beide landen is er geen sprake geweest van een exodus van beleggingsmaatschappijen. Nu willen Italië, Portugal en Spanje op korte termijn ook een belasting op transacties gaan invoeren. Waarom niet de handen ineenslaan en een gemeenschappelijke FTT instellen? Zover is het nog lang niet.

Elf EU landen, waaronder Duitsland, willen de FTT invoeren en hebben aangegeven dat ze niet gaan wachten op de landen die er niets voor voelen. De rest kan later aansluiten als ze dat zouden willen. De Nederlandse regering heeft zich tot nu toe terughoudend opgesteld, omdat het kabinet niet wil dat de transacties van pensioenfondsen worden belast. Toch is het onvermijdelijk dat onze pensioenfondsen de FTT moeten gaan betalen, omdat ze handelen in landen die wel meedoen aan de FTT. Alleen krijgt Nederland dan geen deel van de opbrengst.

Om Nederland tegemoet te komen stelt het Europees parlement voor om de taks voor de pensioenfondsen de eerste drie jaar te halveren. Los daarvan is er debat over de vraag waar de FTT voor bedoeld is: voor de nationale schatkist of voor het EU budget. De Europese Commissie en het Europarlement willen natuurlijk dat laatste, en dan de nationale contributies verlagen met wat de FTT opbrengt. Hoe dan ook, het zou beter zijn als alle EU landen zich zouden aansluiten bij de invoering van de FTT. Ik hoop dat Nederland uiteindelijk toch gaat meedoen, niet alleen om de financiële sector te stabiliseren maar ook om eindelijk de kosten van de crisis neer te leggen bij degenen die het veroorzaakt hebben. Nederland heeft een grote financiële sector, die in 2008 met belastinggeld is gered van de ondergang. Het is tijd om er iets voor terug te vragen.

Thijs Berman