Coalitiepartijen gijzelen meerderheid Provinciale Staten

Door Provinciale Staten op 28 februari 2018

Het is bijzonder, vreemd en frustrerend tegelijk: een minderheid die de meerderheid gijzelt. Vorige week was dit het geval in de Friese Provinciale Staten, bij het debat over de verordening ‘Romte’ uit 2014. Simpel gezegd gaat het om provinciale regels waaraan gemeenten zich moeten houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen. De discussie liep vast op drie belangrijke onderwerpen op het gebied van duurzaamheid: mestvergisters, kleine windmolens en dorpsmolens.

Het provinciebestuur kwam met het voorstel om vrijwel overal in Fryslân mestvergisters toe te staan. De oppositie gaf aan dat grootschalige, industriële mestvergisters niet welkom zijn. Eenvoudigweg omdat wij hier geen mestoverschot hebben en de benodigde mest en bijproducten van ver buiten Fryslân komen. Verre van duurzaam dus. Gedeputeerde Klaas Kielstra en de coalitiepartijen willen deze vervuilende, overlast gevende, weinig duurzame bedrijven klaarblijkelijk wel. Ze deden in elk geval niks om het te voorkomen.

‘Groningse’ windmolens

Nieuw was het debat over kleine ‘Groningse’ windmolens. In de oude verordening werd rommelruimte gegeven zonder duidelijke regels over hoogtes. Nu kwam de gedeputeerde ineens met een hoogte van 10 meter op de proppen. Ondanks goede adviezen, het succes van 15-meter-windmolens in Groningen en weldoordachte moties bleef de coalitie doof voor de wens uit de Friese samenleving. Er was onderling 10 meter afgesproken en daar bleef het bij.

Dorpsmolens

Dit was ook het geval met de discussie over dorpsmolens. Ondanks eerdere besluiten staat deze coalitie (CDA, VVD, SP en FNP) al drie jaar negatief tegenover lokale windmolens met een groot draagvlak. Succesvolle dorpsmolens die willen doorontwikkelen, zoals bij Reduzum, staan daardoor op slot. Hetzelfde geldt voor nieuwe initiatieven. Er gaat een rood kruis door de plannen als die niet in de strenge bestemmingsplanregels van de provincie passen. Kortom: wel grote, vervuilende mestvergisters, maar geen kleine, succesvolle duurzaamheidsprojecten.

Krampachtig

Is deze krampachtige, niet-duurzame houding bij alle coalitiepartijen aan de orde? Zeker niet. De SP verklaarde dat ze eigenlijk voor dorpsmolens zijn en tegen industriële mestvergisters. Een afspraak uit het coalitieakkoord van 2015 belet hen echter om met ons mee te stemmen. Feitelijk is er dus een meerderheid, maar een minderheid aan coalitiepartijen (CDA, VVD en FNP) gijzelt de meerderheid via een, klaarblijkelijk, in beton gegoten akkoord. Tegelijkertijd beweren het college en de coalitiepartijen dat ze de oppositie een uitgestoken hand bieden. Daar was vorige week alleen bitter weinig van te merken.

Gewoon gesprek

Wat wij willen is een gewoon gesprek over duurzaamheid en geen technische discussie over wat wel of niet eerder is afgesproken. De samenleving is de afgelopen jaren ook van mening veranderd. Dan mag je verwachten dat Provinciale Staten daar iets mee doet. Maar er is nog hoop. Komende tijd staan er voldoende belangrijke ‘groene’ onderwerpen op de agenda, waaronder circulaire economie en duurzame landbouw. Wij zullen opnieuw met voorstellen komen en nodigen het college en de coalitiepartijen uit om onze uitgestoken hand dit keer wel aan te nemen.

Remco van Maurik, Partij van de Arbeid Statenfractie
Margreet Mulder, D66 Statenfractie
Rinie van der Zanden, Partij voor de Dieren Statenfractie
Wiebo de Vries, ChristenUnie Statenfractie
Retze van der Honing, GrienLinks Statenfractie
Jan Waterlander, 50PLUS Statenfractie