Tweetalig opvoeden
Tweetalig opvoeden, waarom eigenlijk? Hebben Fries-Nederlandse tweetalige kinderen een betere focus en een beter werkgeheugen dan eentalige kinderen? Biedt het nog andere voordelen om tweetalig te zijn? En zijn er eigenlijk ook nadelen? Dit zijn vragen die centraal stonden bij de presentatie van onderzoeker Evelyn Bosma tijdens een bijeenkomst van de Museum Universiteit van 22 mei jl. in Tresoar.
Als ouder van tweetalige kinderen sprak de bijeenkomst mij aan. Ik ben opgegroeid in een Friestalig gezin. De Nederlandse taal leerde ik op straat en school. Mijn man komt uit Overijsel. De voertaal tussen ons is Nederlands. Met de kinderen grotendeels ook. Mijn moeder is altijd consequent Fries blijven praten tegen haar kleinkinderen. En daar ben ik achteraf heel blij mee. De kinderen beheersen het Fries en Nederlands goed.
Met de kennis van nu had ik als Friezin meer aandacht willen besteden aan het overbrengen van mijn moedertaal op de kinderen. Waarom deed ik dit niet? Op één of andere manier vond ik het 18 jaar geleden nog geen issue. Ik werkte in een bedrijf waar de voertaal Nederlands was en het belang van het koesteren van de Friese taal en cultuur stond niet boven aan mijn prioriteitenlijstje. Ook was er 18 jaar geleden nog niet zo veel aandacht voor tweetalig opvoeden als nu. Ik kreeg geen informatie van het consultatiebureau en de Friestalige peuterspeelzalen waren er nog niet in de buurt van Ingelum. Dit is nu gelukkig veel beter geregeld.
De presentatie van Evelyn Bosma sprak mij ook aan als Statenlid van de Provincie Fryslan. Als woordvoerder taal en cultuur vind ik het belangrijk dat de provincie de tweede rijkstaal beschermt en toekomstbestendig maakt. Hoe moet de Provincie dit volgens mij doen? Onder andere door het bereiken van ouders met de boodschap het vooral Fries over te brengen op hun kinderen, via het onderwijs en het ontwikkelen van aanprekend en bruikbaar materiaal voor ouders én onderwijs. Dat in de vergadering van Provinciale Staten van 25 mei jl. door de fractie van de VVD wordt beweerd dat ouders het Taalkado van de Provincie Fryslân in heel veel gevallen in ‘it Jiskefet’ gooien is niet mijn ervaring. Maar zo heeft iedereen z’n eigen beleving en er zal zeker een verschil zijn tussen stad en platteland wat de affiniteit met de Friese taal betreft. Een debat in Provinciale Staten over de gewenste kwaliteit en de beste strategie is op z’n plaats bij de beleidsbrief cultuur, taal, onderwijs en sport in september.
Wat kwam er nu uit het onderzoek van Evelyn Bosma? Mevrouw Bosma heeft 3 jaar lang 120 kinderen uit Fryslân van 5-8 jaar gevolgd. De uitkomst is dat tweetalige kinderen geen opvallend betere focus of werkgeheugen hebben. Een vaak genoemd nadeel dat kinderen die de eerste jaren Friestalig worden opgevoed achterstand houden op de Nederlandse taal is niet aan de orde. Voordelen zijn dat tweetalige kinderen sneller een derde taal leren, ze begrijpen beter hoe de moedertaal werkt en ze spreken twee talen! Dit lijkt een open deur, maar is waardevoller dan menigeen denkt.
Lêzers dy’t sich ôffreegje wêrom dit stik net yn it Frysk skreaun is. Klik hjir foar de Fryske ferzje.