Fryslân ligt achter op schema om het eigen doel voor hernieuwbare energie in 2030 te halen. Dat blijkt uit een voortgangsrapportage van de Regionale Energie Strategie. Eén van de redenen is het huidige provinciale beleid voor windmolens op land. Zo mag een windmolen volgens de provinciale regels niet hoger reiken dan 100 meter. Terwijl de windmolens die nu op de markt komen bijna allemaal een hogere tiphoogte hebben. Daarom maken de PvdA en GrienLinks zich ernstige zorgen dat de nieuwe coalitie aan het bestaande beleid wil vasthouden. Zij stellen tijdens de Provinciale Statenvergadering van 27 september vragen aan het college.
20 windmolens of 425 voetbalvelden zonnepanelen?
Daan Olivier (PvdA) en Charda Kuipers (GrienLinks) willen van gedeputeerde Sijbe Knol (FNP) weten hoe het college met de zelfopgelegde beperkingen voldoende duurzame energie wil opwekken: “Het is goed om duidelijke regels te hebben die verrommeling van het landschap voorkomen. Maar minder ruimte voor windenergie betekent dat we meer duurzame energie op een andere manier moeten opwekken. Met 20 grote windmolens kunnen wij aan de nog te realiseren opgave voor 2030 voldoen. Maar als we deze opgave met zonnepanelen willen halen, zijn daar 300 hectare aan zonneveld voor nodig. Dat zijn ongeveer 425 voetbalvelden. En na 2030 stopt de verduurzamingsopgave niet. Richting 2050 moeten we meer dan het dubbele aan hernieuwbare energie opwekken. Dus, wij willen weten: hoe denkt de gedeputeerde de energiedoelen te halen?”.
Zo snel mogelijk verduurzamen
In het coalitieakkoord is 2 miljoen euro vrijgemaakt voor duurzame energieprojecten en om inwoners te helpen met het verduurzamen van hun woning. De partijen betwijfelen of dat voldoende is. ‘Gemeenten en energiecoöperaties willen graag met deze opgave aan de slag, maar worden mede door provinciaal beleid beperkt in hun mogelijkheden. Juist het afgelopen jaar, met torenhoge energieprijzen door onze afhankelijkheid van buitenlands gas, heeft ons geleerd dat we zo snel mogelijk de omschakeling moeten maken naar duurzame energie en dat we onze inwoners moeten helpen met het verduurzamen van hun woning en met het kunnen betalen van hun energierekening.’