26 april 2014

Agrarisch natuurbeheer en boeren hebben elkaar nodig

PvdA Statenlid Riek van der Vlugt, woordvoerder Landelijk Gebied, reisde naar Nijkerk om deel te nemen aan de landelijke Natuurwerkdag ‘Agrarische Collectieven op weg naar natuurbeheerplan 2016’. Dit was het onderwerp van de landelijke natuurwerkdag.

Theo Koekoek (vz. Coöperatie Agrifirm) kwam met een analyse die de aanwezigen zeer aansprak. Volgens hem hebben de boeren agrarisch natuurbeheer gewoon nodig om in Nederland boer te kunnen blijven. Hij refereerde aan de Engelse terminologie waar men twee begrippen voor de landbouw hanteert nl: ‘agri-culture’ en ‘agri-business’. Hij waarschuwde ervoor dat het binnen de rundveehouderij nu nog vooral om ‘agri-culture’ gaat maar dat deze dreigt door te schieten naar ‘agri-business’ (zoals intensieve veehouderij). Het agrarisch natuurbeheer kan de boeren helpen om die ‘agri-culture’ vast te houden, waarbij zij ruimte kan geven aan agrarisch natuurbeheer, en tevens aan de aanwezigheid van landschapselementen als onderdeel van het bedrijf.

In de nieuwe GLB-periode (1-1-2015) gaat er minder geld naar de Nederlandse landbouw dan voorheen, en meer naar de nieuwe lidstaten. Doel: meer gerichte betalingen, een eerlijke en uniforme ha. premie en een nieuwe legitimatie voor het GLB, volgens Henk Soorsma (EZ).

De bijeenkomst had aan belangstelling niet te klagen. Een bomvolle zaal met enthousiaste deelnemers toog naar het midden des lands. Aanwezigen werden bewust gemaakt dat de aanpak van het nieuwe stelsel Agrarisch Natuurbeheer om een flinke cultuuromslag vraagt van alle deelnemers. Te beginnen bij de provincies, tot en met de boeren in het veld. De resultaten van het agrarisch natuurbeheer moeten tot betere resultaten leiden dan voorheen, met name door meer inzet op kerngebieden.

 

Provincies moeten ervoor zorgen dat de vastgestelde internationale doelen vanaf 2016 doorwerken in de provinciale Natuurbeheerplannen. Hiervoor worden kaarten met kansrijke gebieden uitgewerkt, en de index aangepast aan de nieuwe leefgebieden benadering. Daarbij wordt uitgegaan van vier leefgebieden, nl; Weidevogels/open grasland, Akkervogels/open akkergebied,Groenblauwe dooradering ’nat ‘ en Groenblauwe dooradering ‘droog’.

Grote winst van het nieuwe stelsel moet liggen in de afstemming tussen de gebiedspartijen, waarbij ambities worden afgesproken en afgestemd. Er kan een spanningsveld ontstaan tussen de provinciale top down benadering van de ecologische effectiviteit enerzijds, en de collectieve aanpak vanuit de streek anderzijds. Het collectief wil zaken zelf oppakken terwijl sommige provincies teveel in detail willen sturen.

Eén maart jl moest het aantal collectieven bekend zijn. Voor Fryslan zullen dit er vooralsnog 7 zijn. Nog dit jaar moeten de collectieven bezig met de gebiedsprocessen, oprichten van collectieven, handboek en opstellen van de gebiedsaanvraag. Tijdens de workshop kwam de tijdlijn in beeld. De collectieven moeten nog flink aan de slag.

Een zeer waardevolle, leerzame bijeenkomst die ANV’s stimuleren in hun positieve aanpak. Volgens Koekoek hun ‘licences to produce’!