Tijdens het Statendebat van 31 mei sprak woordvoerder Klaas Zwart zijn waardering uit voor de opstellers van het concept Fries Programma Landelijk Gebied, afgekort het FPLG. Daarin geven zij invulling aan de toekomst van het Friese landelijke gebied. Hoe we omgaan met stikstof, natuur, water & bodem, klimaat en een vitaal platteland staat omschreven in het FPLG. De provincie werkt daarbij samen met onder andere de landbouw, natuurorganisaties, kennisinstellingen en de andere Friese overheden. Zwart bedankte hen voor het zorgvuldige proces dat gevolgd is. ‘Er zijn tientallen dialoogsessies, webinars en zelfs een Hackaton georganiseerd.’
Tijdens het debat van woensdag konden Statenleden overwegingen meegeven aan het college van Gedeputeerde Staten, dat het concept-FPLG voor 1 juli moet inleveren bij het Rijk. ‘Er is nog best veel onduidelijk over de toekomst van de landbouw en onze natuur. Er is nog geen landbouwakkoord dat de boeren perspectief moet geven, het transitiefonds is nog niet vastgesteld en de natuur- en klimaatdoelen zij nog niet aan provincies toebedeeld. Daarom is dit nog een concept en wordt terecht gekozen voor een gefaseerde aanpak. Onze fractie steunt deze aanpak’, betoogde Zwart in het debat.
Integrale financiering
Het FPLG is een programma op hoofdlijnen. Het omschrijft per thema (klimaat, stikstof, natuur, water) hoe wij de Friese aanpak voor ons zien. Daarbij is Fryslân op basis van de water- en bodemstructuur is Fryslân verdeeld in vier gebieden: Wadden, klei, veen en zand. Per gebied worden doelstellingen en middelen bepaald. In de verschillende gebiedscommissies wordt vervolgens gewerkt aan de uitwerking van deze doelstellingen. Daarbij wordt ook invulling gegeven aan de rol van de landbouw binnen het gebied. De PvdA pleit voor een slagvaardige aanpak op de Friese grondmarkt en een praktische, integrale financiering van de gebiedsplannen. ‘Wij denken dat te complexe regelgeving en verschillende geldstromen het werk van de gebiedscommissies kunnen bemoeilijken’, aldus Zwart. Hij diende daarom een motie in voor duidelijke spelregels en één integrale financiering van de ingediende plannen, om te voorkomen dat de commissies te maken krijgen met een overvloed aan controle en administratie. Deze motie werd met een ruime aangenomen.