Uit Europa
De kloof tussen Noord- en Zuid-Europa groeit. Het gaat economisch een stuk beter in het Noorden dan in het Zuiden, landen als Griekenland hebben het gevoel te lijden onder een asociaal dictaat van Angela Merkel. En hoe zuidelijker je komt in Europa, hoe minder men denkt dat er in het Noorden nog naar hen geluisterd wordt. Juist de Europese sociaaldemocraten zouden er alles aan moeten doen om deze te dichten. Met dat besef zit ik de afgelopen maanden in bijna elke vergadering van de sociaaldemocratische fractie in het Europees parlement – en als ik er even niet aan denk, dwingt het debat met de collega’s me er wel toe.
Neem het debat over de crisis in Cyprus. We zaten in onze grote fractiezaal, met de 185 Europarlementariërs uit alle hoeken en gaten van de EU. Onze fractievoorzitter, de Oostenrijker Hannes Swoboda, begon met een tirade tegen de eerste besluiten over Cyprus, waarin ook de kleine spaarders werden aangeslagen om een failliet van hun land tegen te gaan. Dat diezelfde kleine spaarders jarenlang een onwaarschijnlijk hoge rente kregen van vijf procent, dat werd niet gezegd. Toch kun je daaruit afleiden dat ook die spaarders wel iets hadden kunnen bijdragen, ook zonder dat hun spaargeld werd aangetast.
Na Hannes Swoboda was het woord aan de Cypriotische Europarlementariërs en zij zien zichzelf voorlopig nog enkel als slachtoffer. Hun argument: de Cypriotische bankensector betekent heel veel werkgelegenheid, en daar wordt geen rekening mee gehouden. Uit hun emotionele bijdragen viel echter niet af te leiden dat zij een alternatief plan zouden hebben.
De Griekse Annie Podimata had een realistischer verhaal. In Griekenland is de crisis een paar jaar ouder. Het besef van wat er mis is gegaan is dus veel dieper. Er zijn grote hervormingen nodig, en die zullen pijn doen, zeker in een land als Cyprus dat in 20 jaar met kunstgrepen een financiële sektor uit de grond heeft gestampt die vijf keer groter is dan de economie van het land.
Het bleef stil, dit keer, vanuit de Noordelijke lidstaten. We lieten de Cyprioten stoom afblazen, de discussie komt later wel. In een eerdere vergadering was ik er al actief tegenin gegaan en heb gezegd dat het juist de president van Cyprus was die de buitenlandse (Russische) belasting-ontwijkers wilde beschermen en daarom de kleine spaarders wilde aanslaan. Dat leidde niet tot enige toenadering, ik begreep niet wat er in het land gaande was, vond mijn buurvrouw in de zaal, de Cypriotische Antigone Papadopoulou. Goed, dan moet dat gesprek maar even wachten. Dan neem ik op dat moment opnieuw de tijd om nog eens te zeggen dat er geen enkele reden is voor arrogantie van het Noorden – ook wij hebben banken moeten redden, ook wij hebben onze ogen gesloten voor de risiko’s van een te grote, ongecontroleerde bankensector.
Je kunt glimlachen over collega’s uit andere landen, vooral als ze de naam dragen van een van de koppigste vrouwen uit de Griekse mythologie: Antigone. Maar wat wij sociaaldemocraten onszelf elke dag moeten voorhouden is dit: wij staan samen voor een EU waarin sociale rechten beschermd worden, waarin de staat niet totaal wordt uitgekleed, en waarin de financiële wereld onze democratieën niet langer in gijzeling kan houden. Als wij sociaaldemocraten ons onderling laten verdelen, als wij denken in Noord en Zuid, in Vikingcoalities en Club Med landen, dan kunnen we die politieke ambities wel vergeten. Onze kiezers verwachten terecht meer van ons. Op initiatief van het Europees parlement zijn deze maand de bonussen voor bankiers begrensd. Dat zou zonder onze fractie nooit gebeurd zijn. Het waren ook de sociaaldemocraten in het EP die vorig jaar met het onderzoek kwamen dat liet zien dat er in belastingontduiking en -ontwijking elk jaar duizend miljard euro omgaat. Nu neemt iedereen dat over, zelfs de conservatieve regeringsleiders. Ook nieuwe stappen tegen de profiteurs en de losgezongen bankensector hangen van ons af. Een werkelijk sociaal Europa hangt af van de kracht van onze fractie – en dus van de eenheid van de sociaaldemocraten in de Europese Unie.