Frontale oppositie is PvdA vreemd
LEEUWARDER COURANT — Niet de tegenstelling zoeken en geen oppositie om mensen te vloeren. De Friese PvdA heeft haar oppositiestand gevonden. “We willen wat bereiken.” Ruim een jaar geleden donderden de sociaaldemocraten onverwacht uit het centrum van de provinciale macht. Na een zware verkiezingsnederlaag ging het mis in de onderhandelingen richting een nieuwe coalitie. CDA, VVD, SP en FNP vonden elkaar. Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog staan de PvdA’ers buiten het dagelijks bestuur.
Als woensdag de provinciale staten zich over een soort politieke tussenbalans buigen, met een brede vooruitblik op het beleid voor 2017, kiest oppositieleider Remco van Maurik (PvdA) niet voor de frontale aanval. “We zijn een partij die goede dingen wil doen. We zoeken inhoud. En we hebben de ervaring dat dit met kleine stapjes gaat. We denken mee. Als je dat bestuurlijk wilt noemen, tsja… Maar kritisch zijn we wel, omdat we weinig nieuwe ambitie zien en financiële gaten.”
Van zijn bijdrage aan het debat woensdag zullen de coalitiepartijen niet schrikken, beseft Van Maurik. Banen, steun voor universitair onderwijs, snel internet, duurzame energie, inclusieve landbouw. “Ze kunnen ons verhaal één op één overnemen.” Verschillen zijn er vooral op het terrein van cultuur, waar de PvdA een reputatie heeft als royale geldschieter, en het sociaal beleid, dat niet tot de provinciale kerntaken behoort.
Het is verder lastig oppositievoeren tegen onderwerpen die in eerdere jaren voluit steun kregen van de PvdA, zoals Kulturele Haadstêd en de Friese campus van de Rijksuniversiteit Groningen. “Daar kunnen wij niet tegen zijn. Dan moet je juist zeggen: kom op, voer het uit. Dat deden we ook met snel internet door een expertmeeting te houden. We zijn blij dat de provincie nu een andere koers gaat varen.”
Daden, daar richt de PvdA de pijlen op. “Heeft deze coalitie ambities? Fantastisch, maar doet het dan. Leg er geld bij en voer het uit. Wil je duurzame energie? Waarom houd je dat dan tegen door Reduzum geen nieuwe dorpsmolen te gunnen?”Een oppositioneel ‘leermomentje’ was wel dat nota bene coalitiepartij SP als eerste een punt maakte van wat voor oppositiepartijen een kans voor open doel is: beslotenheid. Het past het openbaar bestuur niet zich zo vaak achter gesloten deuren terug te trekken als onder de nieuwe coalitie gebeurde. De voltallige oppositie ging daar bijna een jaar lang in mee.
Voor het spreekwoordelijke gestrekte been kiest hij wel als het om belastingverlaging gaat, een paradepaardje van deze coalitie. Vier jaar lang elk jaar 20 miljoen minder opcenten op de motorrijtuigenbelasting, totaal 80 miljoen. “Een gemene maatregel. Dat is geen eerlijke delen. Met drie auto’s voor de deur ben je koopman, maar kun je geen wagen betalen dan krijg je niks. En over een paar jaar gaat ie geheid weer omhoog. Stop het dan liever in verduurzaming van woningen. Dan heb je een blijvend effect – verduurzaming – en lagere woonlasten. Structureel.”